Verslag tot en met september 2016

In het vorige verslag is ingegaan op de activiteiten van voor en na de oprichting van Stichting KKF (de Stichting). Toen was er sprake van een stroomversnelling, met name door de betrokkenheid bij de openingstentoonstelling ‘Duurzame Glans’ in het Museum aan het Vrijthof. Door die tentoonstelling is er een bijzonder traject ontstaan over de eventuele verdere samenwerking met derden. Gezien de vertrouwelijkheid van de gesprekken, kon over deze activiteiten weinig worden gepubliceerd.
Vorenbedoelde gesprekken zijn zeer nuttig geweest, maar hebben nog niet tot concreet resultaat geleid. Desalniettemin heeft de Stichting op andere vlakken niet stil gezeten. Veel aandacht is gegeven aan het verder ontwikkelen van een concept dat kon bijdragen aan de bekendheid van “oude” kunstnijverheid. Aanvankelijk was het de bedoeling dat in samenwerking te doen met het museum en anderen, maar toen zich opportunity’s (Maastricht en Amsterdam) voordeden, bleek dat dat qua voorbereidingstijd niet haalbaar om zulks in samenwerking met anderen te doen. Eén van die opportunity’s was de Stijlkamer aan Singel 116 te Amsterdam (de Stijlkamer) en die is door de Stichting in samenwerking met P.A.E. Kerckhoffs opgepakt. Laatstgenoemde heeft het verwervingsrisico genomen en thans wordt met de Stichting gekomen tot uitwerking van dit concept. Dit om op een minder traditionele wijze bij te dragen aan de belangstelling voor kunstnijverheid; enerzijds wordt er aandacht gegeven aan het historisch interieur en anderzijds wordt dat interieur gebruikt voor uitwisseling van kennis.

Activiteiten/bijdragen

  1. De financiële ondersteuning van het jaarboek De Stavelij, jaarlijkse donatie ad € 500,00, is gecontinueerd. In het kader van die bijdrage was met de uitgever van De Stavelij overeengekomen dat de naam van de Stichting zou worden vermeld, dit met het oog op het bevorderen van de bekendheid en de contacten. De Stichting ontving een aantal extra exemplaren van het jaarboek. Deze zijn gegeven aan (toekomstige) collectioneurs c.q. personen die hebben bijgedragen aan de activiteiten aan de activiteiten van de Stichting.
  2. Er zijn ook na de tentoonstelling nog een aantal collecties bezocht c.q. collectioneurs met stukken ontvangen. Dit omdat het rubriceren van onderzoeksgegevens een voortdurend proces is. In dat kader zijn ook voorwerpen op het spoor gekomen die niet Maastricht bleken te zijn, maar Weert (zie ook punt 6).
  3. Het eerder aangekondigde onderzoek over de kokosnootbeker, is even on hold gezet. Dit omdat twee van de voor het onderzoek beoogde jonge wetenschappers te druk waren in verband met aanvaarde functies c.q. projecten. De planning is dat dit onderzoek wordt opgepakt in 2017. Wel is nog voorbereidend archiefonderzoek gedaan, maar mede gezien de prioriteit voor een publicatie rondom zilver uit Weert, is dit doorgeschoven.
  4. De gesprekken rondom het concept als in de inleiding genoemd. Hiervoor is met een aantal musea en vertegenwoordigers van beroepsorganisaties (TEFAF en VHOK) gesproken. Voor de aanpak en opzet, is een memo vervaardigd onder de titel “Vensters op het verleden”. Gezien de vertrouwelijkheid van dit concept, is dit memo nog niet voor publicatie vatbaar.
  5. De voorbereidingen voor het concept Stijlkamer. Hiervoor zijn met een aantal deskundigen gesprekken gevoerd en is ook een memo vervaardigd voor het toekomstige gebruik en bestemming. In september 2016 heeft een eerste try-out plaatsgevonden door de Stijlkamer ter beschikking te stellen aan een kunsthandelaar uit de jongere generatie (Jacob Roosjen). De eerste ervaringen zijn positief, hetgeen de opmaak is om het breder onder de aandacht van een selecte groep van kunsthandelaren te brengen. Het memo rondom de Stijlkamer is in beperkte kring verspreid om een gevoel te krijgen bij de aanpak. Binnenkort wordt dit breder gedeeld. Een exemplaar van het memo is bijgevoegd.
  6. In 2014 is door een toevallige vondst (paar kandelaars) het onderzoek rondom zilver uit Weert opgepakt. Er zijn contacten geweest met een collectioneur en het Limburgs Museum te Venlo (de heer Vercauteren). Vervolgens is het archiefonderzoek gestart. Een en ander gaat resulteren in een binnenkort te verschijnen artikel in De Stavelij.
  7. Er zijn ook oriënterende gesprekken gevoerd met een privaat initiatief om tot een register te komen met betrekking tot de authenticiteit van kunstwerken. Het idee van een register ter registratie van de herkomst van kunst, is onderschreven, maar niet een oordeel rondom de authenticiteit. Met de beroepsorganisaties (TEFAF en VHOK), is informeel gesproken over de haalbaarheid van een vorm van registratie.
  8. Op basis van de gegevens uit de database zijn een aantal vragen beantwoord van eigenaars van voorwerpen. Hiervoor zijn geen kosten in rekening gebracht omdat de gegevens bijdragen aan het onderzoek. Er zal een moment komen dat dat wel standaard moet plaatsvinden, mede ter dekking van kosten.

mr. P.A.E. Kerckhoffs
Amsterdam, 28 september 2016